wit-eiken-boom-plaatje.bmp

Een boom pakt mijn hand.

Mijn buik voelt als een achtbaan, alles rommelt en draait. Het eten van deze ochtend beweegt zich heen en weer door mijn darmen.

Voor de zoveelste keer remt de bestuurder van de auto waar ik in zit. Ik kijk naar buiten en zie dat we een pakkeerplaats oprijden.

We stoppen voor een oud gebouw.

De rillingen lopen over mijn rug. Zo’n meteen word ik voorgesteld aan een paar mensen. Waarom dit moet is mij nog steeds niet duidelijk. Maar een ding weet ik wel. Ik heb een gloeide hekel aan dit soort momenten. Het voelt echt als aapjes kijken en ik ben dan de aap.

 

Het slot van de achterdeur springt open. Ik duw tegen de deur en zoek dan met mijn kleine beentje naar een stukje asfalt onder mij.  Als ik denk dat ik sta verlies ik plotseling mijn evenwicht.  Ik grijp me vast aan een dikke tak van een boom die naast de auto staat.

Opeens zie ik, voel ik, deze tak veranderen in een hand.  Deze hand houdt mijn stevig vast. Een rustig gevoel stroomt meteen door mijn heen. In een reflex knijp ik in de tak.  De tak knijpt zachtjes terug.

Fluisterend hoor ik hem  zeggen.

‘Je hoeft niet bang te zijn en schaam je niet voor wie je bent.

Kijkt naar de vele mogelijkheden die je in je hebt en ontplooi deze.  Laat al jouw angsten over gaan in liefde. Hebt vertrouwen in jezelf en in de omgeving om jouw heen. Dan komt alles vanzelf wel goed.’

Ik voel de hand losser om de mijne worden.

Er is wat veranderd. De boom heeft mij kracht gegeven. Ik ben sterker geworden.  Ik realiseer me dat ik vanaf dit moment er nooit meer alleen voor sta. Er is een boom  waar ik altijd bij kan schuilen.

 9 januari 2016