VOOR MIJN VADER:

 

Toen ik geboren werd pakte jij mijn hand stevig vast.

Ik was zo kwetsbaar en teer. Ik was zo klein.

Maar voor jou maakte dit niets uit.

Het  interesseerde jou niet hoe ik er uitzag.

Ik was jouw kind, jouw dochter weliswaar met een handicap,

maar dit was voor jou geen beperking.

Je hield mijn hand daarom nog steviger vast.

 

De jaren verstreken onze handen werden losser. Niet dat jij dit wilde.

Nee,  maar door omstandigheden werd jij gedwongen om een  keuze

te maken.

 

Het had vijftien jaar geduurd toen jij mijn hand uit eindelijk

helemaal los liet.

 

Je verdween zomaar uit mijn leven.

Ik was ontroostbaar, verdrietig, boos.

Ik schopte op alles wat ik tegen kwam.

Wat miste ik jouw hand………..  Ik moest verder. Zonder jou.

 ##

Tot een paar weken geleden opeens ontving ik dit bericht……

Jouw stevige hand, was verzwakt. Door een plotseling ziekte.

Je bent begonnen aan het laatste stukje van jouw leven.

Hoe lang deze nog duurt weet niemand?

 

Lieve pa,

Na veertig jaar uit mijn leven geweest te zijn.

Wil ik graag míjn hand op jouw hand leggen.

Op zwakke en ontroostbare momenten wil ik er voor jou zijn.

Het maakt mij niets uit hoe je nu bent of hoe je ooit was.

Ik wil jou alleen nu laten voelen.

Dat ik…. Gewoon ik….. Mijn stevige hand aan jou wil geven.

Want zo kan ik aan jou laten weten dat wij nog steeds

met elkaar verbonden zijn.

Dag pa.

22 juni 2014